|
|||||||||||||||||||||||||
|
Hoofdstuk 7 Tango als dans |
|||||||||||||||
|
3. VOOR 1900
De
milonga en de tango als dans waren iets nieuws. De danspartners bewogen op de
muziek met hun lichaam tegen elkaar, wat een speciale sensatie gaf. Ze
waren er trots op en beschouwden de dans als een symbool van vrijheid. De
omhelshouding ontstond waarschijnlijk door de africanisering van de mazurka
met de milonga. In bordeelsferen waren er natuurlijk ook mannen die het
aangenaam en opwindend vonden om zo dicht met een vrouw te dansen.
In
die tijd worden er ook milonga’s gedanst, om te spotten met de mulatten en
zwarten. Het zijn in hoofdzaak de compadritos die zich hiermee inlaten.
De
compadritos zorgen ook voor de ontwikkeling van de tango als dans. Omdat er
zo weinig vrouwen waren, dansten de mannen vaak onderling met elkaar.
Daarbij beeldden ze vaak gevechten uit onder elkaar, verwijzend naar de
gevechten om de eer die ze uitvochten met het mes dat ze altijd bij zich
droegen. Soms moest hun dans ook een ruzie uitbeelden tussen een pooier en
een prostituee.
Wat
de choreografie van de tango zo typisch maakte, was dat er pauzes in de
dans werden ingelast. De man stond ineens stil, terwijl de vrouw allerlei
figuren en bewegingen deed met haar benen.
Ook
heel speciaal was dat de dansers heel dicht tegen elkaar dansten. Volgens
danser Carlos A. Estevez (Petróleo) danste men rond 1880 enorm dicht tegen
elkaar, met de lichamen bijna in elkaar verstrengeld, zodat die één geheel
vormden en ze haast niet anders konden dan de passen gelijktijdig te
zetten. De man hield daarbij zijn rechterarm hoog over de schouder van de
vrouw en danste heel dicht tegen zijn partner, weliswaar kaarsrecht, zonder
voorover te buigen.
Nog
volgens Petróleo begint vanaf 1889 een 2de fase in het dansen van de tango,
waarbij er nog steeds heel sensueel gedanst wordt, maar waarbij er nu ook
gedanst wordt in bordelen. Men begint nu ook al spottend bewegingen over te
nemen van de dansen van mulatten en de negers.
Vanaf
1895 treedt volgens Petróleo een nieuwe fase in de danshouding in en komt
de rechterhand van de man rond de heup van de vrouw te liggen, terwijl de
linkerhand laag, tegen het been werd gehouden.
Na 1900
Vanaf
1900 wordt de tango meer en meer losgekoppeld van het sexuele en gaan de
dansers op zoek naar nieuwe figuren en verbeteren ze hun bewegingen. Om
meer ruimte te hebben om de figuren te doen, gaan de dansers schuiner
dansen, met alleen nog het bovenlichaam tegen elkaar, maar met de benen weg
van elkaar.
Eens
de tango de gegoede kringen in Europa bereikt, wordt de dans minder fysiek
en minder uitdagend, maar meer voornaam en elegant. De pas waarbij de man
zijn voet en been steekt tussen de benen van de vrouw verdwijnt. In de
plaats daarvan plaatst de man zijn voet opzij of naar achter.
De
introductie van de bandoneon draagt ook bij tot meer elegantie, want het
ingewikkelde instrument maakt dat het ritme van de muziek
verlangzaamt.
In
de danszalen wordt de trage salontango gedanst. Op straat houden de mensen
vast aan de volkse en ritmische tango orillero.
Na WO I
Na
WO I breekt de tango verder door. In de jaren 1920 komt de dansstijl tango
liso (ook salontango genoemd, zijnde een tango zonder ingewikkelde
choreografie, waarbij het accent ligt op elegantie en op het perfect dansen
op de maat) tot ontwikkeling. De maat van de muziek verandert in 4 / 4.
In
dansscholen worden figuren aangeleerd die voor iedereen hetzelfde zijn,
zoals de media luna, de ocho, de corrida, quebradas, cortes y
sentadas. Er wordt meer in open houding gedanst, met het lichaam mooi
rechtop en de linkerhand van de man hoog boven het hoofd. De klemtoon ligt
op elegantie. Volgens kenners is het Ovidio José Bianquet (“El Cachafaz”)
die deze manier van dansen uitvindt. Men spreekt hierbij ook over
salontango.
Vanaf ca. 1925 nemen de dansers een nieuwe
houding aan. Ze gaan leunen tegen elkaar en houden alleen nog voeling met
elkaar tot op borsthoogte. Door zo te leunen op elkaar, kunnen de benen
verder van mekaar te staan, in een hoek van 35 graden, waardoor er extra
ruimte vrijkomt voor nog andere figuren en versieringen, sentadas
Vanaf
ca. 1930 veranderen de dansers de houding nog maar eens en wordt ook het
ritme veranderd. Er wordt nu gedanst op de maat 4/8, met grotere passen en
in een danshouding zoals we die vandaag de dag kennen, met de linkerhand
van de man op schouderhoogte.
Voor
1935 spelen de orkesten zwaar en langzaam. Op de salons in het centrum van
de stad, wordt eerder sober gedanst, in elk geval veel minder flamboyant
dan in de buitenwijken van de stad, waar men van alles danste.
Rond 1940 nadert de dans de perfectie. Er wordt nog steeds gedanst
op de maat 4/8. Nieuwe figuren die het licht zien, zijn de giro naar links
en naar rechts, de doble en de triple, de arrastres, picadas, voleos,
ganchos, traspiés.
Er
wordt veel geëxperimenteerd en elke buurt ontwikkelt zijn eigen stijl. Op
salons is duidelijk te zien wie van Valentin Alsina, Pompeya of Villa
Urquiza komt.
Tijdens
de regering van Evita Perón is tango op zijn hoogtepunt. De regering doet
er alles aan om de tango te promoten en subsidieert meer dan 650 orkesten.
Het is druk op de tangosalons. De mensen dansen vnl. in close embrace
apilado stijl. In de oefensalons ontstaat de fantasía.
In
de jaren ’50 wordt het benenspel verfijnd. De vrouwen beginnen hun benen
hoger op te heffen en zowel de man als de vrouw begint te experimenteren
met haakbewegingen tussen elkaars benen.
Na
de dood van Evita Perón verbiedt het militaire regime om tango in het
openbaar te dansen. De salons worden gesloten en er wordt alleen nog
gedanst in het geniep. De jonge generatie maalt er niet om. Jongeren
ontdekken andere dansgenres, zoals de rock ’n roll, en doen tango af als
ouderwets, als een dans voor oudere mensen.
Na
de val van de militaire junta in de jaren 1980 krijgt tango weer kansen. De
show Tango Argentino waarbij het accent op de dans ligt, doet de wereld
weer belangstelling krijgen voor tango.
De
sterren van deze show worden leraars en de dansscholen stromen vol met
mensen die Argentijnse tango willen leren dansen.
De
klassieke tango is fel begeerd, maar dankzij modern klinkende orkesten die
vooral bij de jeugd als cool wordt ervaren, geraakt ook de tango nuevo in
trek.
Vandaag
de dag is de belangstelling voor tango in Buenos Aires en Montevideo enorm.
Elke week zijn er meer dan 130 tangosalons in Buenos Aires alleen al.
|
||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
vorige | |||||||||||||||