|
|||||||||||||||||||||||||
|
Hoofdstuk 3 Tango up and down |
|||||||||||||||
|
1. TANGO GEMEENGOED IN ARGENTINIË
Argentijnse elite plooit voor tango
De Argentijnse elite maakte zich
kwaad over de populariteit van de tango in Parijs, maar was er zelf verantwoordelijk
voor. Het officiële Argentinië was een tijdlang in shock omwille va
n het succes van de tango in
Parijs. Dat dat uitgerekend in Parijs moest gebeuren, in de stad die het
voorbeeld is voor alle rijke en beschaafde Argentijnen! Buenos Aires aapte
iedere Parijse trend na. De rijke porteños kochten er bijvoorbeeld hun
avondkledij voor het komende seizoen.
Tango
was “chic” aan de Seine en daarmee ook aan de Rio de
Om
de laatste reserves tegen de tango uit de weg te ruimen, organiseerde baron
Antonio de Marchi in
Samen met de wals
De
tango werd dus uit Parijs gereïmporteerd naar Argentinië. Samen met de
tango deed ook de tangowals, de tangovorm van de musette-wals uit Parijs,
haar intrede.
Ook voor de middenklasse
Vrouwen in de volksbuurten dansen de tango nu
gêne, en ook het stadscentrum ontvangt de tango met open armen. Met dank
aan het ontstaan van een nieuwe stand, meer bepaald de middenklasse.
Vanaf
1910 begon het centrum in Buenos Aires zich ook open te stellen voor andere
bevolkingslagen dan de heersende klasse van de gente decente. De oligarchie
kon niet langer doof blijven voor de steeds luider klinkende sociale eisen
van industriearbeiders en de snelgroeiende middenstand. Er kwamen
hervormingen van het onderwijssysteem (1918: afschaffing van
toelatingsbeperkingen voor de universiteit en invoering van kosteloos
academisch onderwijs) en kiesrecht (1912: invoering van algemene,
verplichte en geheime verkiezingen) en ook de leefomstandigheden van de
arbeiders gingen erop vooruit (1905: afschaffing van de zondagsarbeid,
1913: wet op uitbetaling van schadevergoedingen bij bedrijfsongevallen) met
de hulp van vakbonden die vanaf 1890 werden opgericht). Er ontstond een 3de
stand: die van de handwerkers, geschoolde arbeiders en ander opgeleid
personeel. Zij vormden vanaf 1910 de aanzet tot de middenklasse. Deze
nieuwe bevolkingslaag organiseerde zich ook politiek. In 1916 won de Union
Cívica Radical de verkiezingen met Hipólito Irigoyen, zoon van een
Baskische melkboer.
|
||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
vorige | |||||||||||||||