|
|||||||||||||||||||||||||
|
Hoofdstuk 2 Vanaf de geboorte van de tango tot aan de Guardia Vieja |
|||||||||||||||
|
16. TANGO OP WERELDTOURNEE
Met
het intreden van de 20e eeuw begint de tangodans aan haar eerste
wereldtournee. Eerste etappe is, hoe kan het ook anders: Parijs.
Zo rijk als een Argentijn
Argentinië
werd een van de 10 rijkste landen van de wereld - een status die Argentinië
zou aanhouden tot in de jaren 1950. De Argentijnse bovenlaag was smoorrijk.
Argentinië exporteerde als korenschuur van de wereld enorme hoeveelheden
graan en rundvlees naar Europa, en maakte dat de rijken meer bezaten dan ze
konden uitgeven. De uitdrukking “rijk als een Argentijn” werd in die tijd
een gangbare zegswijze in Engeland, Frankrijk en andere Europese landen. Parijs: bon ton
Parijs
was voor elke goed opgevoede Argentijn een stad met ongekende uitstraling.
Tijdens de uitbouw van Argentinië tussen 1880 en 1930 verdween nagenoeg het
hele koloniale centrum van Buenos Aires om plaats te maken voor brede
avenues zoals in Parijs en mooie parken en gebouwen in Italiaanse en vooral
Franse architectuur.
De
geciviliseerde wereld keek op naar Frankrijk. Het was bon ton om naar
Parijs op reis te gaan. Wie rijk was, kocht zich een huis in Parijs of
Londen. Parijs was op het einde van de 19de eeuw het culturele en
wetenschappelijke centrum van de wereld. De Russische adel sprak Frans en
trok maar al te graag naar Parijs. Vele Argentijnse schrijvers en dichters
(Miguel Cane, Lucio V. Mansilla, victoria Ocampo) werden opgevoed door
Franse nannies of beïnvloed door Franse schrijvers (Zola, Dumas, Hugo,
France). De Parijse universiteiten stonden hoog in aanzien. Wie het zich
kon permitteren, stuurde zijn zoon naar Parijs om er te studeren. Parijs in de ban van de tango
De tango deed rond de eeuwwisseling zijn intrede in Parijs en werd
er in een mum van tijd razend populair.
Tango
onderzoekers probeerden te achterhalen wie de persoon was die hiervoor
tekende, maar die is even onvindbaar als de matroos die de bandoneon naar
de Rio de
Mogelijks
waren het zeelieden die de tango meebrachten via Marseille en ermee trokken
naar de bordelen. Of misschien brachten handelaars in vrouwen of
cocaïnesmokkelaars het binnen in de bordelen.
Of
liep het nog anders? De snelheid waarmee de tango de Parijse harten
veroverde, doet de meeste historici vermoeden dat Argentijnse studenten,
jonge, rijke mannen, meestal zonen van rijke immigrantenfamilies
verantwoordelijk waren voor het succes van de tango in Parijs. Zij hadden
in Buenos Aires de tango leren kennen tijdens hun exotische uitjes naar de
drankhuizen en bordelen van de arrabal, en hadden daar hun eerste
tangopassen geleerd. Omdat het in Argentinië bon ton was om zoonlief een
tijdje naar Parijs te sturen, waren het wellicht deze jongemannen (of niños
bien) die aan het begin van de eeuw de tango meebrachten.
Argentijnse
musici hadden ook een aandeel in het succes. In 1907 trok Gobbi met zijn
vrouw naar Parijs om er platen op te nemen. Ook Canaro en Angel Villoldo
traden in hun voetsporen.
Tegen
1907 was niet alleen Parijs in de ban van de tango, ook in andere Franse
steden was de tango aan een opmars bezig. In 1907 vond in Nice het eerste
wereldkampioenschap tango dansen plaats.
Fransen
uit alle klassen geraakten geïntrigeerd door de exotische tango. Tegen 1911
was tango geliefder geworden dan de wals. Vanaf 1912 overspoelde de Franse
pers haar lezers met artikels over tango. Al snel was er in Parijs een
tangoparfum, de trein van Parijs naar Deauville, de badplaats van de Franse
elite, heette Tango, er was een drankje met de naam tango.
H.G.
Wells, een Engelse schrijver, noemde 1913 het jaar van de tango. De tango
werd officieel ingewijd, toen Raymond Poincaré, de Franse president met
zijn vrouw naar een tangobal ging en er tango danste. Tango werd een rage,
beïnvloedde de mode, kunst, muziek, opera. Overal werden er feestjes georganiseerd
met Argentijnse orkesten, er werden tangolessen gegeven, milonga’s, er
waren tangotheedrinks, champagnetango’s, tangodiners. Je kon chocoladetango
gaan eten of een tangolunch nemen. De vrouwen kleedden zich anders om te
kunnen bewegen op de tango. Zware grote kledij maakt plaats voor lossere.
Zwarte netkousen werden in, net zoals tangohoeden en schoenen met ronde
neuzen raakten uit de mode, omdat echte tangoschoenen nu eenmaal spits
moesten zijn. Eigenaardig was dat vele tangoliefhebbers in het oranje
gekleed waren. Dat kwam doordat een bekende modeontwerper nog veel oranje
stof had die hij niet kwijt geraakte en op het lumineus idee kwam om het
oranje tango te noemen. Een briljante vondst, want in een mum van tijd was
zijn stof uitverkocht, en was oranje in de mode. Weerstand niet te stoppen
De
opmars leek niet te stoppen, al was er wel weerstand. Enrique Larreta, die
van 1910 tot 1916 ambassadeur van Argentinië was in Parijs, was niet te
spreken over de tango. Hij zei dat het een dans was van huizen met een
slechte reputatie en van tavernes van het laagste allooi. Hij voegde eraan
toe dat het nooit gedanst werd in nette salons of door fatsoenlijke mensen
en dat de muziek voor Argentijnse oren uiterst onaangename associaties
opriep.
Ook
de kerk roerde zich. In 1914 schoot de aartsbisschop van Parijs fel van
leer tegen de tango. Marcel Proust trad hem bij. Ze vonden dat tango
onzedelijk was en provocatief, en de hogere klassen zou verderven. Anders dan
lange tijd gedacht, veroordeelde de paus (Pius X) de tango niet.
De
Duitse keizer Willem II verbood in 1913 officieren in uniform tango te
dansen. In het conservatieve Bayern werd tango in 1914 verboden, omdat het
in strijd was met de openbare zeden, want het was schandalig dat de vrouwen
door hun verre spreidstand en het optillen van hun benen hun ondergoed en
hun kousen lieten zien. Ook de koning van Italië en de koningin van
Engeland wensten dat de tango nooit bestaan had. Historicus Guglielmo Ferraro
ging nog een stapje verder en zei in alle ernst dat het de schuld was van
de tango dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Tango over heel de wereld
Hoedanook,
de tango zette zijn opmars voort, ondanks de oorlog. In geen tijd (concreet
tussen 1908 en 1913) verspreidde het tangovirus zich over heel de wereld:
van Londen tot in Helsinki, van Wenen tot in Sint-Petersburg, in Rome, en
ook in New York.
Tsnunayoshi
Megata, een Japanse baron, exporteerde de tango naar Japan. In het
Pruissische Berlijn stroomden de Berlijners enthousiast naar de grote
danspaleizen in het Moka Efti, El Dorado, Delphi, Femina (meer dan 2000
mensen op 4 verdiepingen).
|
||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
vorige | |||||||||||||||