homepage

reisfilms

salsa

tango

Brugge

tuinen

gastenboek

 

 

Jean-Pierre Van Loocke

stelt voor

Geschiedenis van de Argentijnse tango

 

 

 

  

 

 

 

VOORWOORD

 

Voorwoord  

 

 

 

Toen ik vernam dat we voor het vak AMC ter afsluiting van onze middelbare graad in het conservatorium van Brugge een “werkje” dienden te maken over iets wat met muziek te maken heeft, was mijn keuze snel gemaakt. Ik wou iets schrijven over een van mijn meest passionele hobbies: het dansen van Argentijnse tango.

Ik begon een goeie 6 jaar geleden mijn eerste tangostapjes te zetten, op een moment dat ik zocht naar een nieuwe hobby en nieuwe contacten met mensen, toen ik werd getroffen door de ziekte van deze tijd die echtscheiding heet. Tango was op dat moment voor mij een grote onbekende. Mijn zus had het een tijd gedanst, naar mijn aanvoelen, met evenveel enthousiasme als ik nu. Maar ik was zodanig bezig met de tuin, de kinderen en het maken van reisfilms dat het me toen niets zei. Toen ze me vertelde dat ze af en toe naar een tangosalon in Gent reed, vond ik dat te gek, niet in de zin van fantastisch, maar echt zot. Wie doet nu zoiets! 50 km gaan rijden om te gaan dansen!

Maar nu ik me zelf in de tango wentelde, denk ik er heel anders over. Tango brengt mensen samen, brengt je in andere sferen, is heel sociaal, een goeie remedie tegen hoofdpijn of miserie, het is stijlvol, mooi om te zien, esthetisch en de meeste liedjes zijn in het Spaans gezongen, een taal die me passioneert. Bovendien kent het geen grenzen. Zowat overal in de wereld wordt het gedanst. Wijzelf gingen al naar tangosalons in Berlijn, Basel, Zürich, Maastricht, Parijs, Rijsel, Tarbes, Verona. Ik leerde er vele vrienden door kennen, het is ontspanning, sport, het houdt je weg van de tv, het is spannend en ontspannend, ... Bovendien is het niet zomaar wat bewegen, maar het is een genre waarvoor je een inspanning moet doen om het te kennen, en dus mag je aannemen dat het een zekere waardering en respect losweekt bij mensen die het niet kennen en mooi vinden.

De danslokaties zijn heel gevarieerd. Het toppunt vind ik dansen in open lucht in een historisch kader, zoals bijvoorbeeld op de binnenplaats van het Arentshof of op de Vismarkt in Brugge, op de binnenplaats van de Vieille Bourse (zie foto hiernaast), en langs de waterkant, zoals bijvoorbeeld langs de Schelde in Antwerpen, de Seine in Parijs, de Spree in Berlijn. Het is romantisch, passioneel, het straalt klasse uit. De muziek lijkt soms eentonig door de melancholiek die het oproept, maar ze is ook vaak heel ritmisch en gevarieerd, want er is niet alleen de gewone tangomuziek in 2/4, maar ook de tangowals in 1/3 en de strakke milonga in 4/4. En dan heb ik het nog niet gehad over de neo-tango die vooral jongeren aantrekt, een waaier aan bijkomende dansfiguren toelaat en eigentijds aanvoelt.

Wat ook niet te versmaden is, is het rollenspel. De man nodigt uit, de vrouw gaat er al dan niet op in. Ik denk dat beide rollen iets unieks hebben. Mar toch ben ik blij een man te zijn en zelf het initiatief te mogen nemen en zo zelf te kunnen bepalen hoelang ik op de dansvloer vertoef. Een keer maakte ik het omgekeerde mee. Op een tangosalon in Kortrijk opteerden de organisatoren ervoor om omwille van de internationale dag van de vrouw, de dames te laten uitnodigen. Wel, dat was toch even wennen hoor!

Qua dansen boeit niet alleen tango me, maar ook salsa. Omdat ik een sportief type ben en salsa meer fysieke inspanningen vraagt dan tango, en bovendien latinomuziek meer opgewekt klinkt, dans ik bij momenten liever salsa. Maar aan alles wat je doet, zijn er ook nadelen. Bij het dansen van salsa lopen de zweetdruppels net iets sneller dan bij de tango. En bovendien dans je in de salsa normaal gezien maar één liedje met iemand, terwijl bij tango de etiquette vraagt dat je uit beleefdheid minstens 3 liedjes met iemand danst. Bovendien gaat het er op tangosalons rustiger aan toe, kan je je wat sjieker kleden en zijn de mensen die je er tegenkomt voor het merendeel andere. Beiden vullen elkaar dan ook ideaal aan, vind ik. Bepaalde organisatoren beginnen dat in te zien en bieden soms ook al eens de combinatie aan, zoals bijvoorbeeld in Croix (Frankrijk), waar er 1 keer per jaar een dansfeest is met 1/3 tangomuziek, 1/3 rock ’n roll en 1/3 salsa. Ook bij ons in België durft men al eens op een tangosalon een salsanummer te draaien. Omgekeerd is het eigenlijk niet nodig, want op salsafeestjes wordt er naast salsa en merengue steevast ook bachata gedraaid, een ritme waarop je perfect tango kan dansen.

Maar laat me nog eens terugkeren naar mijn werkstuk. Aanvankelijk dacht ik eraan om een vergelijking te maken tussen de neo-tango- en de klassieke tangomuziek en -dans. Terwijl ik echter informatie aa n het bijeensprokkelen was, merkte ik dat er zo veel meer te vertellen valt. En aangezien ik zo graag tango dans en zo veel tijd eraan spendeer, vond ik het toch wel de moeite om ook iets te weten te komen over de geschiedenis van de tango, de dansers, de componisten, de teksten, waarom we vaak moeten dansen op oude krakende platen, enz.

Wat ik toen nog niet wist, maar eigenlijk had moeten weten – want zo ben ik nu eenmaal – is dat ik me moeilijk zou kunnen beperken. Als ik ergens voor ga, dan kent mijn enthousiasme geen grenzen. Vandaar dat ik zo vrijwel geen enkel thema uit de weg ging en goed als geen enkele tekst ongelezen liet, met als gevolg dat dit werkstuk toch wel wat uit zijn voegen is gerezen. De onduidelijkheid die er heerst over heel wat zaken, zetten me aan om nog meer onderzoek te doen en nog meer te lezen. Over de vraag of de tango een dans is die ontstond in bordelen, lopen de meningen zodanig uiteen dat je alleen over dit thema al een heel boek zou kunnen vullen.

Gaande weg ontdekte ik dat de tango internationaler is dan ik dacht. Ook in Frankrijk, Duitsland, Italië, Zwitserland, Oostenrijk, de VS en zelfs Finland, wordt tango volop gedanst. En aangezien ik voor graduaat vertaler Frans/Engels en licentiaat Duits/Spaans studeerde, hoefde ik me niet te beperken tot 1 taal, met alle gevolgen vandien.

Niettemin wil ik heel duidelijk stellen dat het geenszins volledig is. Het is de bedoeling om er verder over te lezen en nog verder te spitten in boeken, artikels en websites. Als het moment er rijp voor is, wil ik het hele werkstuk dan ook op het Internet publiceren en de mensen die het lezen uitnodigen om er commentaar over te geven en ook om aanvullingen te doen of verbeteringen te suggereren.

 


21 mei 2010
           Jean-Pierre Van Loocke

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vorige

 

Hoofdstuk 1: Ontstaansgeschiedenis van Argentinië en Uruguay