hoofdpagina
reisfilms
Brugge
salsa
tango
tuinen
gastenboek

Jean-Pierre Van Loocke

stelt voor

Geschiedenis van de Argentijnse tango

 
 
  
 
 

 

VOORWOORD

 
Hoofdstuk 2   Vanaf de geboorte van de tango tot aan de Guardia Vieja
 

1492-1880:
ONTSTAANSGESCHIEDENIS ARGENTINIË EN URUGUAY

1880-1917:
VANAF DE GEBOORTE VAN DE TANGO TOT AAN DE GUARDIA VIEJA

1917-1935:
TANGO UP AND DOWN

1935-1955:
HET GOUDEN TIJDPERK VAN DE TANGO

1955-1990:
HET DONKERE TIJDPERK

1990 en verder:
NEO-TANGO

TANGO ALS DANS

SLOTBESCHOUWING

BIBLIOGRAFIE

 
 

Gastenboek: graag jouw mening over dit werkstuk!

 

 

10. DE EERSTE TANGOLIEDJES
 

Anoniem

Over de allereerste componisten van tangoliedjes is weinig bekend. De eerste tango’s werden aanvankelijk geïmproviseerd en mondeling doorgegeven. Van nogal wat werken weet men niet eens wie ze geschreven heeft:

·         Tango de la Casera (1880)

·         Detrás de una liebre iba (1880)

·         Ar salí los nazarenos (1880)

·         Andáte a la recoleta (1880)

·         Señor comisario (1880)

·         Milonga de Tancredi (anónimo, 1882)

·         El Queco (1885)

·         El Piringundín (1885)

·         Pejerrey con papas (anónimo, 1886)

·         Tango de las sirvientas (1887)

·         El Lecherito (1888)

·         El Rejicilo (1888)

·         Qué polvo con tanto viento (1890)

·         Una negra y un negrito (1891)

·         No me tires con la tapa de la olla (1892)

 

Meestal instrumentaal en heel dansbaar

Vele liedjes kregen wel een titel, soms verwijzend naar iets erotisch, maar het heeft geen zin om te zoeken naar teksten, want in de eerste jaren van de tango was de muziek bijna steeds louter instrumentaal en alleen maar bedoeld om op te dansen. Er was een voortdurende wisselwerking tussen de musici en de dansers. Musici inspireerden dansers, maar ook dansers de musici.

 

Thema’s

Het dagelijkse leven, soms ietwat gekleurd

In de beginperiode (tot 1920) zijn de tangoteksten eenvoudige, vrolijke teksten die meestal waarnemingen zijn van dingen uit het dagelijkse leven die zich in Buenos Aires en Montevideo afspelen. Historicus Julio Mafud heeft het over de tango als kroniekschrijver van zijn tijd.

 

Openbaar vervoer

·         La carreta (Octavio Barbero): over de paardentram

·         El eléctrico (Vicente Greco) en El eléctrico (Carlos Mals): beiden over de elektrische tram

·         El subterráneo (Joaquín Cortes López): ter gelegenheid van de opening van de ondergrondse aan de Plaza de Mayo in november 1913

·         Prohibido fumar (Vidal Cibrián): over het verbod om te roken in de trams

·         Peligro (David Fiore): over de eerste auto’s in Buenos Aires

 

Tijdgenoten

·         "María Barrientos" (Ernesto Zambonini): over deze Spaanse zangeres ter gelegenheid van haar optreden in Buenos Aires .

·         El Columbia (Orfeo Giudice): gewijd aan Don José Tagini, de eigenaar van het legendarische platenmerk "Columbia Record".

·         Alfonsito (Osmán Pérez Freire): ter gelegenheid van het bezoek van de Spaanse koning Alfonso XIII aan Buenos Aires

·         El negro Raúl (Angel Bassi): over een populaire zwarte die een zwerversbestaan leidde, en door kinderen vaak nagebootst werd in spelletjes.

·        Chikoff (Manuel Jovés): Juan de Chikoff, dansleraar in het Plaza Hotel.

·        La Hora (Domingo Salerno), dedicado al bailarín del mismo sobrenombre.

·         El Pollo Ricardo (Luis Fernández): danser Ricardo Scandroglio (El Pollo Ricardo).

 

Kinderspelletjes

·         Ta te tí (José María Rizzutti)

·         Cara o cruz (Domingo Fortunato)

·         Gallo ciego (Agustín Bardi)

·         La pandorga (Guido Vanzina Pacheco)

·         El barrilete (Guido Vanzina Pacheco)

·         La primera sin tocar (eerste tango van Anselmo Aieta)

·         Chirulote (Julián Robiedo): een ijzeren ringel die men deed draaien met een stok

 

Straatventers

·         Todo a veinte (José Felipetti): over straatventers, meestal van Turkse nationaliteit, die goedkope spulletjes verkocht

·         Cosa linda barata en Bar Exposición (Luis Teisseire): idem

·         El Gringo (René Liaz): over de fruitventers die meestal van Italiaanse afkomst waren

·         El Tano Nicola (Luciano Bonell): een eerbetoon aan de Italianen die met hun handorgeltjes door de straten van Buenos Aires trokken en op die manier als de eersten tango’s lieten horen in de huizen

·          "El bollitero" (Próspero Cimaglia): over de mensen die de paardenmest opruimden op straat

·         Ajo y cebolla (Rafael Cattalano) en El cebollero (Angel Villoldo): over de verkoper van uien

·         El Farolero (Arnaldo Barsanti): over de man die ’s avonds op straat de gaslantaarns aanstak.

·         El Manisero (José A. Grosi): over een man die verwarmte mani verkocht dat in een hoorntje werd gelegd, een beroep dat heel populair was tot in de jaren veertig 

·         El Escobero, (Ambrosio Radrizzani): over de bezemverkoper

·         Canillita (Osmán Pérez Freire): over de krantenverkoper

·         "Canillita", de Julio César Sanders, Daniel López Barreto y César Felipe Vedani: de la película homónima.

·         Resaca (Juan Faillace): over de verkoper van zwarte aarde waarmee je planten kon bemesten

 

Hotels

·         Tigre Hotel (Rosendo Mendizábal): over een beroemd hotel in de wijk Tigre

·         El Nacional (Francisco Cafiero): over het beroemde café El Nacional

·         Gran Hotel Victoria (Feliciano Latasa): over het beroemde Gran Hotel Victoria

 

Kranten en tijdschriften

·         Fray Mocho (Ángel Bassi): over een populair tijdschrift uit de jaren 1910-1920.

·         La Nación (Próspero Cimaglia): over het populaire dagblad La Nación.

·         La Razón (Luis Chiappe): over de krant La Razón

·         P.B.T. (Pedro Aicardi): populair tijdschrift van in het begin van de 20ste eeuw

 

Commerciële koopwaar

·         Kalisay (Ángel Villoldo), Pineral (Angel Villoldo) en Hesperidina (Juan Nirvassed): over traditionele drankje

·         Muy del Bubú (Juan Spreafico): over een soort taartje dat verkocht werd in het Casa Bagley.

·         Convidá con chocolate (Guido Vanzina Pacheco): over de firma Saint Hnos. die chocolade van het merk Aguila maakten

·         Radiolina (R. Ginerca Ferrer): over het gelijknamig brandstofmerk dat diende om lampen aan te steken

·         Sin Marca (Esteban González): over sigaren van het merk “Sin Marca”

·         Echale Bufach al catre (José María Tagle): over de insectide Bufach.

·         Hoy llegó el dulce de leche (Juan Nirvassed): over het maken van melkproducten van het merk " La Martona ".

·         Libre del Trust (Luis Buttaro): over Piccardo y Cía, een bedrijf dat sigaren maakte van het merk 43

·         Omega (Emilio De Caro): bekend vinagre del mismo nombre.

·         La Negra (Enrique Delfino): bekende frigo die zo heette

·         Echale Piloil a la pelada (Rafael Russo): over Piloil, een product  waarmee je evitar la calvicie.

 

Winkels en bedrijven

·         Los carruajes de Mirás (P. A. Garbagnoli): over het huis Mirás, waar karren werden verhuurd

·         A la ciudad de Londres (Juan Nirvassed): over een traditionele winkel in Buenos Aires van in het begin van de 20ste eeuw

·         A la ciudad de Londres (Ángel Villoldo): idem.

·         Comprá en lo de Gath & Chaves (Luis Chiappe Ducca): over een bekende winkel in Buenos Aires

·         No se puede con Muñoz (Arnaldo Barsanti): over de sastrería porteña Casa Muñoz.

 

Plaatsen waar tango gedanst wordt

·         Palace de Glace (Juan Carlos Bazán) dedicado al famoso palacio de igual nombre

·         La fú (Juan Maglio): Vasca (Juan Carlos Bazán): bekende peringuindin van María Rangolla

·         Ca-ra-ca-dansacademie geleid door de Bask Casimiro Aín.

·         Rodríguez Peña (Vicente Greco): tangosalon

 

Spreuken of populaire uitspraken

·         Aquí está el Queco (Juan Carlos Basavilbaso)

·         Está cabrera mi prienda (Próspero Cimaglia)

·         Agarrame en esta vuelta (Joaquín Cortés López)

·         Que florcita pa' mi ojal (Mauricio Mignot)

·         Que chinche pa' mi colchón (Justiniano Caminos)

·         Papita pa'l loro (Ángel Villoldo)

·         Nene no te resfriés (Esther I. Seoane)

·         Afilame que me gusta (A. Peloso)

·         Que Pimpollo (Rafael Fracassi)

·         Haceme venir la risa (Mauricio Mignot)

·         Agarrate nena que hay marejada (Ernesto Sola)

·         Dale perejil al loro (Ernesto Manfredi)
 

 

Gespekt met eigen mening

Maar de schrijvers zijn niet steeds 100 % objectief en kunnen soms niet nalaten hun mening te geven. Zo beschrijft Villoldo in La bicicleta (1910) een fietstochtje door de stad. Daarbij is hij verbaasd dat meisjes fietsen zonder zadel en twijfelt hij of ze al dan niet een broek zouden moeten dragen. Hij bespot de modieuze dameshoeden en elektrische uitvindingen en concludeert dat de wereld gek is geworden.

La bicicleta (1910) (Villoldo)

En la época presente
na hay nada tan floreciente
como la electricidad.
El teléfono, el micrófono,
el tan sin rival fonótafo
el pimpirulín tintófono.
...
Todos estos nombres y muchos más
tienen los aparatos de electricidad
que han inventado desde hace poco
con la idea que el mundo se vuelva loco.

In het huidig tijdperk
is er niets zo bloeiend
als elektriciteit.
De telefoon, microfoon,
de ongenaakbare fonotaaf,
de pimpiroline tintofoon.

Het zijn enkele namen en er zijn er nog veel meer deze toestellen met elektriciteit die onlangs werden uitgevonden volgens het idee dat de wereld zot is geworden.

 

Eerder vrolijk dan nostalgisch

Tot aan het begin van de 20ste eeuw zijn de teksten vermakelijk. Het thema nostalgie komt nauwelijks voor in de teksten van de oude tango’s.

Andáte a la Recoleta (1880) (anoniem)

Andáte a la Recoleta
decíle al recoletero
que prepare una bóveda
para este pobre cochero
Sí,sí,sí; que Gaudencio se va a fundir

No,no,no; que Gaudencio ya se fundió.
Y ven a los mayorales
parados en los estribos
con un letrero que dice
calle de Estados Unidos.
...

No me tires con la
tapa de la olla
No me tires con la
tapa de la olla
porque se abolla,
porque se abolla.
No me tires con la
tapa e' la tinaja,
porque se raja,
porque se raja.
Si se abolla yo te abollo,
si se raja yo te rajo,

si se rompe, yo te rompo
de un trompazo la naríz.

Ga naar Recoleta
en zeg aan de man van Recoleta
dat hij een gewelf klaarmaakt
voor deze arme bestuurder
Ja, ja, ja, Gaudencio zal worden opgericht,

Nee, nee, nee, Gaudencio werd al opgericht
En kijk naar de voormannen
die vastzitten in hun stijgbeugels
en naar het bord dat zegt
de Verenigde Staten straat.
....

Gooi niet naar me
met het deksel van de pot,
Gooi niet met me
met het deksel van de pot,
want anders zal er een deuk in komen,
want anders zal er een deuk in komen.
Gooi niet met het deksel en de pot,
want anders zal het opensplijten,
want anders zal het opensplijten.
Als er een deuk in komt, zal ik je een deuk bezorgen,
als er een spleet in komt, zal ik je een spleet geven,
als het breekt, zal ik met een mep je neus breken.

 

Señor comisario (1880) (anoniem)

Señor comisario
señor comisario
déme otro marido
porque éste que tengo
porque éste que
tengo no duerme conmigo.

Mijnheer de commissaris
Mijnheer de commissaris
geef me een andere echtgenoot,
want degene die ik nu heb
want degene die ik nu heb
slaapt niet bij me.

 

El choclo (de maïskolf) (1905) (Villoldo)

Een uitzondering is “El choclo”, waarin Villoldo op een vrolijke melodie weemoedig zingt over het verleden.

Con este tango que es burlón y compadrito
se ató dos alas la ambición de mi suburbio.

 

Con esto tango nació el tango, y como un grito salió del sórdido barrial buscando el cielo.

Mezcla de rabia, de dolor, de fe,
de ausencia llorando en la inocencia
de un ritmo juegetón.

Por tu milagro de notas agoreras
nacieron, sin pensarlo,
las paicas y las grelas.

Luna de charcos, canyengue
en las caderas y un ansia fiera
en la manera de querer.

Al evocarte, tango querido,
siento que tiemblan las baldosas de un bailongo
y oigo el rezongo de mi pasado.

Hoy, que no tengo más a mi madre,
siento que llega en punta ‘e pie
para besarme cuando tu canto
nace al son de un bandoneón.

Carancanfunfa se hizo al mar con tu bandera
y en un pernó mezcló
a París con Puente Alsina.

Fuiste compadre del gavión y de la mina
y hasta comadre del bacán y la pebeta.


Por vos shusheta, cana, reo y mishiadura
se hicieron voces
al nacer con tu destino...



Misa de faldas, querosén, tajo y cuchillo,
que adrió en los conventillos
y ardió en mi corazón !

Met deze tango, die belachelijk is zoals de compadritos is,
werden twee vleugels gebonden aan de omgeving van mijn randgemeente.

Met deze tango werd de tango geboren
en verliet ze met een schreeuw
de vuile wijk, op zoek naar de hemel.

Mengeling van woede, pijn, geloof,
afwezigheid, wenend
in de onschuld van een speels ritme.

Door jouw mirakel van onheilspellende noten, werden zonder het te weten
concubines en vrouwen in dienst van pooiers geboren.

De maan van de grote plas,
canyengue in de heupen en een wilde begeerte in de manier van liefhebben.

Wanneer ik je voor de geest roep, geliefde tango, voel ik dat de vloer van de danszaal trilt,
en hoor ik het grollen van mijn verleden.

Nu ik geen moeder meer heb,
voel ik ze op de toppen van haar tenen naar me komen om me te kussen, wanneer jouw gezang geboren wordt op de tonen van een bandoneon.

De extravagante tangodanser is naar de zee gegaan met jouw vlag en met een bout verbond hij Parijs met de Alsinabrug.

Je was de compadre van de verleidster en de vrouw en zelfs de comadre van de pooier en het meisje.

Door jou kleedt de mens zich naar de laatste mode, en zijn de gendarm en de gevangenis, de zwerver en de armoede stemmen geworden,
doordat jij op de wereld kwam met jouw noodlot...

Mis van rokken, brandstof, schaar en mes,
dat in de woonkazernes brandde
en in mijn hart brandde!

Tekstvak:  Lunfardotermen:
- paica: mujer, querida del compadrito, amante, concubine
- grela: mujer de medio ambiente, mujer perteneciente a un rufían, amante, querida
- shusheta: petimetre (fr. Petit ma Rre: señorito), joven que cuida de su compostura y de seguir las modas
- cana: prisión, cárcel, agente de policía, gendarme
- reo: vagabundo, cachafaz, atorrante, haragán, holgazán
- mishiadura: pobreza, indigenzia, miseria.

 


Stoere praat

Vele teksten zijn geschreven in de ik-vorm. Daarbij heeft de schrijver het over zichzelf, over hoe stoer, moedig en fantastastisch hij wel is. De mannelijkheidswaan en grootsprakerij zijn eigenschappen die toegeschreven werden aan de compadres en compadritos die op die manier trachtten indruk te maken op hun omgeving.

Het thema was Villoldo zeker niet vreemd:


Soy tremendo (1906) (= ik ben geweldig), een supermacho liedje (tekst en muziek: Villoldo)

Soy el rubio más compadre,
más tremendo y calavera,
y me bailo donde quiera
un tanguito de mi flor.
Como luz soy para el fierro
y sin mentirle, señores,
en las cuestiones de amores
afilo que da calor.

Tengo una morocha
en calle Suipacha
que es una muchacha
así com’il fó
y en calle Esmeralda
afilo a una chica
qué cosa más rica !
como ella no hay dos.

Y no hay moza que se me resista
si dos palabras le digo yo,
se me viene como gato al bofe
pero regalos jamás le doy.

Ik ben de meest blonde compadre,
de reusachtigste en grootste boemelaar,
en ik dans waar ik wil
een tangootje van …
Ik ben als licht voor het ijzer
En ik lieg niet, mijne heren,
als ik zeg dat ik in liefdeskwesties
vonken kan doen uitslaan.

Ik heb een brunette
In de Suipacha straat
‘t is een voorbeeldig
meisje
en in de Esmeralda straat
verkeer ik met een meisje
dat heel tof is,
en waarvan er geen twee bestaan.

Geen enkel meisje kan aan me weerstaan;
als ik twee woorden zeg,
vliegt ze op me af als een vlieg,
hoewel ze van me nooit een cadeau krijgt.

 

El porteñito (1903) (Antonio Villoldo)

El porteñito gaat over een lefgozer die opschept met zijn moed en vechtlust, zijn vaardigheden in het dansen, meisjes versieren en iedereen geld afhandig maken.

Soy hijo de Buenos Aires,
por apodo El porteñito,
el criollo más compadrito
que en este tierra nació.

Cuando un tango en la vigüela
rasguea algún compañero
no hay nadie en el mundo entero
que baile mejor que yo.

No hay ninguno
que me iguale
para enamorar mujeres.

Y al hacerle la encarada
la fileo de cuerpo entero
asegurando el puchero
con el vento que dará.

Soy el terror del malevaje
cuando en un baile me meto,
porque a ninguno respeto
de los que hay en la reunión.

Y si alguno se retoba
y viene haciéndose el guapo
lo mando de un castañazo
a buscar quien lo engrupió.

 
Cuando el vento ya escasea
le formo un cuento a mi china
que es la paica más ladina
que pisó el barrio del sur.

Y como caído del cielo
entra el níquel al bolsillo
y al compás de un organillo
bailo el tango a su 'salú'.

Ik ben de zoon van Buenos Aires,
bijgenaamd “de porteñito”,
een creool en de beste compadrito
die ooit in dit land geboren werd.

Wanneer een makker aan de snaren
van zijn gitaar trekt voor een tango,
dan is er niemand op de hele wereld
die beter danst dan ik.

Er is niemand
voor wie de vrouwen zo vallen
als voor mij.

En wanneer ik op haar toestap
kijk ik in detail naar heel haar lichaam
om er zeker van te zijn dat ze met geld
zal geven om eten te kopen.

Ik ben als het toppunt van boosaardigheid wanneer ik naar een danssalon ga, omdat ik niemand daar
respecteer.

En wanneer iemand daar iets tegen heeft en iemand als een dappere pretty boy, op me afkomt,
dan stuur ik hem terug met een vuistslag, zodat hij niet meer weet waar hij is.

Wanneer ik bijna geen geld meer heb,
vertel ik in een smoesje aan mijn zoetje
dat ze de snelste vrouw is
die ooit in dit zuidelijke stadsdeel verschenen is.

En dan valt de nikkel
Als uit de hemel in mijn geldbeugel
En dans ik op het ritme van een draaiorgel
Een tango op haar gezondheid.

 

Maatschappijkritiek

Hoewel er genoeg aanleiding voor was, werd in tangoliedjes maar zelden opgeroepen tot openlijk sociaal protest. Wel wijdde de tango zich aan de erbarmelijke levensomstandigheden.

Maatschappijkritiek is er alleen in de vorm van eenvoudige, vaak zeer treffende en precieze beschrijvingen van het milieu. In Matufias (1902) geeft Villoldo zijn mening over wat de 19de eeuw opleverde. Volgens hem is de vooruitgang “una vida artificial”, het moderne leven “una calamidad” en beheersen gluiperds de samenleving.

Guerra a la burguesía (1901) (anoniem)

Deze tango is iets bijzonder: een anarchotango Het is niet geweten wie de tekst schreef. Misschien mocht dat ook niet, want de auteur ervan was niet mals voor de bestuurders.

Guerra a la gente burguesa,
sin distinción de color,
que chupa la sangre humana
del pobre trabajador.
Mientras los unos revientan
a fuerza de trabajar,
otros se pasan la vida
vagando sin cesar.

Es un deber, justo y leal,
que el pueblo lucho por su existencia,
Es un deber, justo y leal,
que el pueblo lucho por su existencia.

Verás al que más trabaja
no tiene ni qué comer,
y aquellos que nada hacen
disfrutan a su placer.
Ya que el derecho a la vida
nos quita ese gran rival,
obreros, tened conciencia
y guerra al dios capital!

Oorlog aan de burgerij,
zonder onderscheid van kleur,
dat het menselijk bloed zuigt
van de arme werkmens.
Terwijl de enen kraken
door zo veel te werken,
brengen anderen hun leven door
door de hele tijd te zwerven.

Het is een plicht, juist en trouw,
dat het volk vecht voor zijn bestaan,
Het is een plicht, juist en trouw,
dat het volk vecht voor zijn bestaan.

Je zal zien dat wie meer werkt
nooit iets te eten zal hebben,
en dat zij die niets doen
genieten van plezier.
Hoewel deze grote rivaal
Ons het recht op leven afneemt,
arbeiders, heb vertrouwen,
ten oorlog tegen de god van het kapitaal!

 

Geen dichterlijke meesterwerken

De meeste tango’s van de oude garde waren geen poëtische hoogvliegers. Daarvoor was het nog wachten tot na de Eerste Wereldoorlog toen de liedjes bijna schlagers en heel poëtisch werden. De tango was in die tijd vooral dansmuziek. De teksten, voor zover ze al bestonden, waren slechts bijzaak, spontaan en in een dronken bui gemaakt. Maar dat neemt niet weg dat er toch al aardig wat tango’s waren die qua muziek kwaliteit hadden.

 

Schunnige teksten en prostitutiemilieu

Nogal wat liedjes refereren naar het prostitutiemilieu waar de tango werd gedanst en gespeeld. Enkele voorbeelden van titels die naar geslachtsorganen of de coïtus verwijzen zijn:

·         La clavada

·         Sacámele el molde

·         Con qué trompiez que no dentra

·         Concha sucia

·         Qué polvo con tanto viento !

·         La concha de la lora

·         Bartolo tenía una flauta: over een masturberende jongen

·         Da me la lata: een pooier eist zijn aandeel op bij een hoer

·         Tocámela que me gusta: Raak hem maar aan, want ik heb dat graag.

Daarom duurde het lang voordat de hogere sociale klassen in Argentinië ze aanvaardde.

 

Dame la lata (1888) (Juan Pérez)

“Dame la lata” wordt beschouwd als de eerste tango met tekst. Het lied wordt toegeschreven aan Juan Pérez, een klarinetspeler. 

Que vida mas arrastrada
la del pobre canfinflero,
El lunes cobra las latas,
el martes anda fulero.

Dame la lata que has escondido.
Que te pensás, bagayo,
que yo soy filo.
Dame la lata y a laburar!
Si no la linda biaba te vas a ligar.

Hoe armtierig is het leven
van de arme pooier,
Op maandag moet hij de koperen munten inzamelen, op dinsdag is hij helemaal van geen nut.
Geef me het geld dat je hebt verstopt.
Wat denk je wel, wijf,
dat ik een onnozelaar ben?
Geef me het geld en ga dan maar weer werken!
Want anders geef ik je een flink pak slaag.

Het gaat hier om een scène uit het prostitutiemilieu. Mannen die naar een bordeel gaan, moeten eerst betalen bij de bazin en krijgen dan in ruil daarvoor een penning. Die dienen ze af te geven aan de prostituée die op maandag de verzamelde penningen kan inruilen voor geld. Normaal gezien kregen ze dan ongeveer 50 % van wat de klant betaald had. Op die manier was het makkelijk om bij te houden hoeveel klanten de prostituees hadden bediend.

 

Geleidelijk aan fatsoenlijkere teksten

Tot 1900 geraakten de tango’s niet verder dan de stadsrand. Na 1900 veranderde dat en kwamen er “nettere” teksten. Villoldo verbeterde zijn maatschappelijke positie en schreef sociaal aanvaardbare teksten zoals La Morocha (1905) (de donkere vrouw) over een brave brunette die voorbeeldig zorgde voor haar man. De fatsoenlijke tekst op muziek gezet door Enrique Saborido, zorgde ervoor dat de tango ook in burgerlijke kringen aanvaard werd.

 

Melancholisch

Door de invoering van de bandoneon, verlangzaamt het ritme en wordt de muziek klageriger. Ook de toon van de teksten verandert. Er worden nu ook melancholische teksten gemaakt die gaan over kapotgegane liefdes, onbeantwoorde liefde, het gemis van een moeder, het gemis van de barrios, de liefde voor tango (vooral dat!)

 

 

 
       
       
       
vorige