Tango
is ontstaan in een wereld van vreemde culturen, waar elkeen zich als een vreemde
voelde, zelfs de Argentijnen in hun eigen land. Hij is gegroeid vanuit een
combinatie van primaire culturen tot een dans- en
muziekstijl met een eigen identiteit, een eigen taal, eigen kleuren en
zelfs een eigen levensfilosofie. Hij wist zich te onwikkelen op muzikaal
gebied, wat leidde tot stijlveranderingen, complexere harmonisaties,
uitbreiding of verandering van bezettingen, het verschuiven van de functies
in de muziek en fusies met andere stijlen. En hij maakte ook op dansvlak
een hele ontwikkeling mee.
Hij
ontstond helemaal onderaan de ladder, in de arme volksbuurten en hoewel ie
zich door de overstap naar Europa wist te raffineren, geeft hij nog steeds
volledig de ziel van die omgeving weer. In de conventillos werden
immigranten, gaucho’s, creolen en zwarten gedwongen om met elkaar samen te
leven en trachten te overleven. Ze hadden maar één ding gemeen: ze vormden de
onderste laag van de samenleving. Zoals wel vaker gebeurde in de
geschiedenis, wisten de mensen elkaar te vinden en deed de gemeenschappelijke
miserie en drang naar eigenwaarde een nieuwe kunststijl ontstaan.
Creativiteit ontstaat vaak op plaatsen waar je het niet zou verwachten, in
dit geval hier bij mensen die koortsachtig zochten naar geluk of een beter
leven. Het is om die reden dat tango niet alleen beschouwd wordt als een
muziekstijl of een dans, maar ook als een manier van leven, voelen en
denken. De tangueros beschouwen de buurt en hun stad als een deel van hun
ziel en ademen als het ware tango. Dit trof me enorm in het ontdekken van
de tango.
De
levensloop van de tango was gevuld met extremen. In het
begin misprezen door de elite, na de Eerste Wereldoorlog de hemel in
geprezen door de fine fleur, in het begin bijna puur instrumentaal, in de
gouden jaren bijna puur vocaal, een hele tijd geassocieerd met sex en
prostitutie, maar nooit openlijk afgekeurd door de paus, in de jaren
1940-1955 op het hoogtepunt van zijn bestaan, tussen 1955 en 1985 op
sterven na dood en nu weer springlevend en omarmd in alle uithoeken van de
wereld.
In
de tango vonden de mensen van de arrabal gezelschap en menselijke warmte.
De omstandigheden waarin ze leefden, maakten hen
hiervoor ontvankelijk. Zo’n goeie 20 jaar geleden, toen de tango herontdekt
werd, herhaalde de geschiedenis zich. De economische crisis, de
vereenzaming in een geïndividualiseerde wereld, maar ook de globalisering
zorgde en zorgt ook vandaag de dag nog ervoor dat de mensen hunkeren naar
menselijke warmte en contact, zowel letterlijk als figuurlijk. Door de
danshouding, de abrazo, voelt de man het haar van de vrouw tegen zijn wang,
ruikt hij haar parfum en voelt hij haar borsten tegen zijn lichaam. De
vrouw merkt hoe een stoppelbaard aanvoelt of ruikt de scheerzeep en voelt
zijn benen tegen die van haar. En in vele gevallen zonder dat ze elkaar al
ooit eens gezien hebben en zonder dat ze zich aan elkaar hoeven te binden.
Het contact is uniek. Alleen in relaties en in sex is er ook aanraking.
Maar in geen enkele andere dans is het menselijk contact
zo intens. De omarming verplicht tot niets. Ze spreekt voor zichzelf. Ze is
nodig om te kunnen dansen met elkaar. Gerustellend is dat als degene
waarmee je danst je niet bevalt, je maximaal 3 liedjes met hem/haar moet
dansen. De hoffelijkheid gebiedt dit. Maar daarna mag je
elkaar weer loslaten en hoef je elkaar nooitmeer aan te raken als je dat
niet wil.
Maar dat is niet het enige wat zo fascinerend is
aan tango. Misschien is het nu het moment om zelf te vertellen wat mij als
dansliefhebber er zo in aantrekt. Eerst en vooral vind ik het een heel
makkelijke manier om ongedwongen in contact te komen met
andere mensen. Ik vind het ook heerlijk dat die etikette er is en dat wij
als man de mogelijkheid hebben om ons hoffelijk te mogen gedragen, zonder
dat de ander er overdreven veel moet achter gaan zoeken. Het is zoals de
deur openen voor een vrouw, lekker romantisch, doen wat vrouwen zo behaagt.
Anderzijds is het ook leuk, om vooral in geval je danst met een partner die
je niet kent, die op haar gemak te kunnen stellen, door weliswaar een beetje
tegen de etikette in ook eens, de stijfheid te doorbreken en een grappige
opmerking te maken of een onverwachte figuur te doen, die dan een glimlach
tevoorschijnt tovert en de vrouw meteen wat meer op haar gemak stelt. Want
tango is geen competitie en ook geen stijve bedoening voor mij. Vandaar ook
dat het mij zo op mij gemak stelde, toen ik merkte dat de kledijnormen de
laatste jaren versoepeld zijn. Voordien moest je er niet aan denken om in
jeansbroek naar een tangosalon te gaan. Nu wordt het niet toegejuicht, maar
wordt het ook niet langer scheef bekeken. Als je maar met de dans, de
muziek, je partner bezig bent, de dansflow niet onderbreekt en er geen
koffiebabbel van maakt, want gebrek aan concentratie is zeker te mijden.
Leuk voor wie niet houdt van conventionaliteit.
Heel bijzonder in het leggen van contacten is dat
tango, net zoals milonga, salsa, bachata, zouk een transgressieve
dans is of een dans die de sociale grenzen overstijgt. Ik bedoel
daarmee dat er geen barrières zijn qua ras, sociaal-economische status,
nationaliteit, leeftijd of godsdienst. Of je nu jong of oud bent, zwart of
blank, diepgelovig of atheïst, Aziaat of eskimo, het maakt niets uit. Tango
brengt zelfs generaties samen. En heel tof om vast te stellen, is dat het
zowat overal in de wereld wordt gedanst en je dus makkelijk oog in oog komt
te staan met mensen van totaal verschillende culturen. Persoonlijk danste
ik tot nog toe ook al eens tango met een Italiaanse, een Spaans, een
Zwitserse, Duitse, Marokkaanse, Thaïse en een Chinese, maar het kan nog zo
veel internationaler. De toekomst oogt mooi. Lang leve de globalisering van
de tango.
Tango, een dans die voor de kijker heel
passioneel, romantisch, verleidelijk en mooi en esthetisch oogt, maar
waarin ook respect, hoffelijkheid, samenhorigheid, sociaal zijn...
samensmelten, een heuse waarden-dans. En waar ook energiëen fusioneren. Een
dans die zorgen en hoofdpijn doen verdwijnen of vergeten.
En waar ik ook heel enthousiast over ben, is dat
ik erbij mag improviseren. Als man mag ik leiden, de toon
zetten, dingen uitproberen, heel braaf zijn of juist heel stout en dus
origineel, verrassend, apart. De vrouw moet volgen. Geen enkele dans en
geen enkele danser is daardoor gelijk. Elkeen danst op de manier zoals
hij/zij het aanvoelt, in wirwarrige harmonie. Bijzonder leuk is dat het
leiden op zachtaardige wijze gebeurt. Geen gesleur met de armen. Geen
aardappelzakgedoe. De man leidt met zijn torso. Door zijn bovenlichaam te
bewegen, reikt hij de vrouw impulsen aan die ze, als ze goed aangegeven
zijn, meestal interpreteert zoals de man het wil. Tijdens het beantwoorden
van die impulsen, heeft de vrouw de mogelijkheid om zichzelf te laten
gelden en uit zichzelf versieringen te doen, op het tempo dat zij bepaalt.
Een goeie danser wacht dan vooraleer een nieuwe impuls te geven of een
nieuwe figuur te doen. Zo ontstaat een voortdurend wisselspel dat niet
vooraf is vastgelegd, maar telkens anders is, een dialoog zonder woorden
tussen twee lichamen, een kunstwerk van twee mensen, beïnvloed door het
eigen temperament en door de eigen manier waarop we de muziek beleven. Enig
minpunt bij het leiden, is dat de man moet kijken waar hij danst en dus
moet opletten dat hij niet in botsing komt met andere danskoppels. De vrouw
kan rustig de ogen sluiten, zich overgeven aan deman, ook al kent ze hem
niet, in blind vertrouwen. De man kan zich blijven
vervolmaken, want het aantal figuren in de tango is, net zoals overigens
ook in de salsa, eindeloos. En het leuke eraanis dat iedereen door te improviseren,
kan helpen te timmeren aan de weg, door nieuwe figuren uit te vinden, een
eigen stijl te ontwikkelen en door zich als ambassadeur van de tango te
gedragen en zo van de wereld een betere plaats te maken.
En dan is er ook nog de muziek zelf, die heel gevarieerd is, niet alleen
omwille van het onderscheid tussen tango, wals en milonga, maar ook
verschillend is volgens componist. Denken we maar aan de talloze
interpretaties van La cumparsita (meer dan aantal dagen in een jaar!),
uitgesplitst in talloze arrangementen, soms uitdagend speels, soms tergend
langzaam, soms heel ritmisch, soms heel virtuoos, soms neo... En als je dan
nog weet ook dat er in Argentinië dansclubs zijn waar men bijna alleen maar
danst in de stijl van de Sarli of in de stijl van d’Arienzo, en dansclubs
in Duitsland waar alleen maar neo tangomuziek wordt gedraaid, en dat de
Argentijnse tango de nationale dans is in Finland, dat je in Zwitserland
ook tango kunt dansen tijdens de lunchpauze, dat de milonga’s in openlucht
als paddestoelen uit de grond schieten, dan wordt het antwoord op
“waarin geloof je?” steeds meer duidelijk. Tango religion,
mevrouw, mijnheer!
Tango
zal volgens mij zolang blijven bestaan, zolang er pijn bestaat, echtscheidingen zijn, frustratie, onrechtvaardigheid,
vriendschap, liefde, en zolang mensen het de moeite vinden om er hun eigen
accenten in te leggen en de dans en muziek blijven voeden met nieuwigheden
(in de zin dus van de evolutionisten, Piazzolla en de voorvechters van de
neo tango), maar ook zolang er traditionalisten blijven vechten voor het
behoud van de authentieke tangomuziek. Een stap in de goeie richting is in
elk geval gezet: dankzij de bescherming op 30
september 2009 van de tango als werelderfgoed
door de Unesco. Toeval of niet, we zaten in de auto op terugtocht van de
laatste openluchtmilonga van het seizoen in Rijsel, toen het nieuws op de
radio bekendgemaakt werd. De tango beschermd als cultureel erfgoed, samen
met de Heilig Bloedprocessie in Brugge, de stad waar ik geboren en getogen
ben en die de laatste jaren een enorme opgang kent qua tangopassie.
Zoals
al aangegeven in het voorwoord is het de bedoeling om dit werkstuk te
publiceren op mijn website http://www.jptangosalsa.tk
Daar zal het een mooi plaatsje krijgen in de rubriek Tango, naast de meer
dan 100 via filmpjes en foto’s in beeld gebrachte tangosalons waar ik naar
ging gedurende zo’n goeie 6 jaar dat ik tango dans. Zoals ook verklapt, is
het mijn betrachting om dit werkstuk verder aan te vullen, want er valt nog
zo veel te vertellen over tango, zoals bijvoorbeeld over de tangoclubs van
vandaag de dag, de tangomaestro’s van vandaag de dag, de taxi tango’s,
mannen die in Buenos Aires kunnen gehuurd worden om als danspartner mee te
gaan naar tangosalons. En bovendien is nog lang niet alles gezegd,
onderzocht en geschreven over de geschiedenis van de tango - een
geschiedenis die trouwens ook vandaag nog wordt geschreven en ook morgen,
overmorgen… - een never ending story. Dankbaar dit te mogen beleven! Maar
eerst… eerst nog wat dansen!
vervolg:
Bibliografie
|