homepage reisfilms salsa tango Brugge tuinen gastenboek

Jean-Pierre Van Loocke

stelt voor

Geschiedenis van de Argentijnse tango

 
 
  
 
 

 

VOORWOORD

 
Hoofdstuk 2   Vanaf de geboorte van de tango tot aan de Guardia Vieja
 


1492-1880:
ONTSTAANSGESCHIEDENIS
ARGENTINIË EN URUGUAY

1880-1917:
VANAF DE GEBOORTE VAN DE TANGO
TOT AAN DE GUARDIA VIEJA

1917-1935:
TANGO UP AND DOWN

1935-1955:
HET GOUDEN TIJDPERK
VAN DE TANGO

1955-1990:
HET DONKERE TIJDPERK

1990 en verder:
NEO-TANGO

EVOLUTIE IN DE TANGO
DANSSTIJLEN

SLOTBESCHOUWING

BIBLIOGRAFIE

 
 

Gastenboek: graag jouw mening over dit werkstuk!

 


1. SMELTKROES VAN VOLKEREN


Migranten

In de 2de helft van de 19de eeuw waren Buenos Aires en Montevideo een smeltkroes van culturen en kleuren: negers, creolen, gaucho’s, Europeanen. Allen hadden ze een rol te vervullen in het ontstaan van de tango.


Het beloofde land

Tekstvak:  Tussen 1880 en 1930 kwamen bijna 6 miljoen immigranten naar de oevers van de Rio de la Plata. Ze werden gelokt door onbetrouwbare beloftes van de Argentijnse regering en ze waren ook gedreven door economische nood. Want de industriële revolutie maakte in Europa vele mensen werkloos en arm.

De roep om Europese immigranten klonk al van in 1852, toen er een einde kwam aan de dictatuur van caudillo Juan Manuel de Rosas (zie foto hiernaast), die een conservatieve Argentijnse politicus was die regeerde van 1829 tot 1952 (met een onderbreking van 1832 tot 1835). Liberale intellectuelen en politici keerden terug uit ballingschap en overlegden hoe ze het best het land konden moderniseren en civiliseren. Moderniseren kon door de aanleg van een spoorwegnet doorheen het land, om aldus de landbouwproducten uit het binnenland te brengen naar de havens voor export. Maar daarvoor waren er wel arbeiders nodig. Domingo Faustino Sarmiento, die later president zou worden, en Juan Bautista Alberdi, een jurist, pleitten vurig voor het aantrekken van migranten uit Europa.

Tekstvak:  Sarmiento (zie foto hiernaast) publiceerde in 1845 een essay dat hij in ballingschap schreef: “Beschaving en barbarij”. Daarin laakte hij de barbaarse, cultuurvijandige houding van De Rosas die in zijn ogen de pampas alleen maar verwilderd wou laten zijn. Hij deed een pleidooi om te kiezen voor de stedelijke Europese beschaving. Volgens hem bestond Argentinië uit 2 tegenpolen: aan de ene kant de hoofdstad Buenos Aires waar de verworvenheden en idealen van de Europese beschaving verwezenlijkt waren; aan de andere kant de onbewoonde, reusachtige woestenij, het toppunt van barbarij. Deze polen waren volgens hem in een voortdurende strijd gewikkeld en moesten nu maar eens definitief in het voordeel van de geciviliseerde wereld worden geslecht. Dat kon volgens hem door de pampa’s te pacificeren, waarmee hij bedoelde de daar wonende indianen vermoorden en in hun plaats beschaafde ijverige Europeanen aan te trekken. Juan Bautista Alberdi, jurist en staatsman vatte zijn ideeën samen in de beroemde woorden “gobernar es poblar” (regeren is bevolken).
Tekstvak:
Dit werd al snel in de praktijk omgezet. Een jaar na de val van De Rosas was er al wet die de immigratie regelde. De inburgering werd vereenvoudigd, er werden woningen gebouwd, brochures gedrukt en een tijdlang werden ook de overtochten gesubsidieerd. Ook van de “pacificatie” van de pampa’s werd snel werk gemaakt. Het leger trok de pampa’s in en roeide bijna alle inheemse indianen uit tijdens zgz. campañas de desierto (woestijnveldtochten).

De soepele immigratiepolitiek kwam de Europese landen goed uit. De industriële revolutie had nogal wat mensen arm en werkloos gemaakt en de industrie had grondstoffen nodig en nieuwe afzetmarkten. Door het bevorderen van de emigratie kon in Europa de sociale druk verminderd worden en werden in Amerika nieuwe afzetmarkten gecreëerd die de economische belangen dienden. De migratie naar Amerika was al een tijdlang bezig en nam immense proporties aan. Tussen 1821 en 1938 emigreerden meer dan 57 miljoen Europeanen naar Amerika. Zo’n 32 miljoen trok naar de VS, ruim 5 miljoen naar Canada, meer dan 4 miljoen naar Brazilië en meer dan 7 miljoen naar Argentinië.

Tekstvak:  In 1854 kwamen de eerste Europese migranten het land binnen. Hun aantal overtrof al snel de stoutste verwachtingen. Geen enkel land nam in verhouding tot zijn eigen bevolking zo veel immigranten op als Argentinië. In 1869 telden het land 1,8 miljoen inwoners (waarvan 37 % buitenlanders). In 1887 was meer dan de helft van de bevolking in Argentinië buitenlander. In 1914 was het aantal inwoners in Argentinië gestegen tot 8 miljoen. In Buenos Aires was de toename dubbel zo groot. In 1869 telde de stad 181.838 inwoners, in 1895 waren het er al 663.854 en in 1914 twee miljoen. Meer dan de helft hiervan waren immigranten.

De Argentijnse liberale leiders hadden erop gerekend dat er ook vele Britse ingenieurs, Franse filosofen en Duitse ondernemers zouden komen, maar hun verwachtingen werden verre van ingelost. In plaats van mensen met een opleiding, ingenieus en
Tekstvak:  ondernemers kwamen analfabeten, vaak zonder scholing en vaak zonder enige vorm van cultuur. De meesten kwamen uit de landelijke streken van Italië en Spanje. Een aantal kwam uit Oost-Europa en ook de Arabische landen waren vertegenwoordigd. Velen waren anarchist, nihilist of socialist, niet vreemd van stakingen.

 

Toch niet het beloofde land

De migranten zelf hadden ook hoge verwachtingen. Het waren bijna allemaal mannen die alleen kwamen. Ze hoopten een stuk land te kunnen verwerven dat ze zouden kunnen bewerken en aldus snel een vermogen op te bouwen om hun achtergebleven gezin te kunnen laten overkomen.

Maar de nieuwkomers werden in hun verwachtingen teleurgesteld. De Argentijnse regering had net zoals de regering van de VS (die ervoor zorgde met wetten als de Homestead dat duizenden migranten een stuk grond kregen) wel gezwaaid met een stuk grond en werk, maar toen de migranten aankwamen, bleek alle grond al verdeeld te zijn onder een honderdtal Argentijnse families. Bovendien dreven grondspeculanten de prijzen op, waardoor ook kleine percelen voor de meeste immigranten onbetaalbaar waren. Tussen 1876 en 1903 kwamen 1843 grootgrondbezittersin het bezit van 41.787.023 hectare grond. De 24 “gelukkigste” families kwamen zo in  het bezit van immense eigendommen die schommelden tussen 200.000 (familie Curo) en 2.500.000 ha (familie Martínez de Hoz) grond.

Pogingen van overheidswege om een landhervorming door te voeren mislukten door de starre houding van de grondbaronnen. De regering bood dan maar gratis slaping aan voor de eerste week en een korting op de boottocht – een pleister op de wonde. Zowat de helft van de immigranten maakte daarom snel rechtsomkeer richting Europa. Van degenen die bleven of moesten blijven omdat ze geen geld hadden voor de terugreis, vestigden zich de meesten in en rond Buenos Aires. Wie erin slaagde zich in de landelijke regio’s te vestigen, werd een concurrent voor de plaatselijke bevolking, zodat ook onder de Argentijnen zelf een trek naar de steden op gang kwam, vooral naar Buenos Aires.

 

Vooral Italianen en Spanjaarden

Tekstvak:
Onder de immigranten waren er vele arme mensen uit Italië. Men schat dat er tussen 1857 en 1947 3 miljoen Italianen naar Argentinië trokken. De meesten bleven er. De grote helft bleef in Buenos Aires. De Italianen waren grote liefhebbers van muziek, zongen graag en konden goed muziek spelen.
De immigranten brachten nieuw ideeën mee, sociaal, politiek. Er waren anarchisten bij, socialisten, communisten. Er kwamen vakbonden, stakingen.

De Spaanse migranten waren ook vrij talrijk. Zse brachten ook liedjes en dansen mee, zoals bv. de tanguillo, een vorm van de habanera die via Cadiz en Madrid naar Buenos Aires kwam. De flamenco werd ook door hen ingevoerd en werd gemixt met sevillanas, malagueñas en rondelas. Ze beïnvloeden de tango. Tegen het einde van de 19de eeuw was er geen verschil meer tussen creoolse en Spaanse tango.


Joden

In 1890 kwamen er ook vele arme Joden bij die vluchtten voor de pogroms in Rusland en Oost-Europa. Baron Hirsch speelde daarbij een rol om hen op te nemen. Velen trokken naar het platteland om te boeren op stukken grond gekocht door baron Hirsch. Degenen die in de stad bleven hangen, waren in het begin nauwelijks van belang voor de ontwikkeling van de tango. Want bij de joden waren er nauwelijks muzikanten bij. Ze speelden in hun gemeenschappen vooral Klezmer muziek en uiteindelijk ook wel tango. Maar echt een invloed begonnen de joden pas te hebben vanaf 1910, als virtuose muziekspelers (viool, piano, bandoneon), tekstschrijvers, componisten, zangers, dirigenten…


En ook nog...

Onder de migranten waren er ook Fransen, Engelsen, Duitsers, Hongaren, Russen, Polen en zelfs Arabieren. De meesten kwamen uit arme plattelandsstreken. 

De immigranten waren al snel in de meerderheid en drukten zwaar hun stempel op de maatschappij en ook op de muziek en de teksten van tango.

Er waren er die zich niet konden aanpassen en terugkeerden, maar de meesten bleven en versmolten met de gauchos, de zwarten en de arme lokale Argentijnen.


Tekstvak:  Gaucho's zonder paard

De gaucho's kenden hun gouden jaren in de 18de en de eerste helft van de 19de eeuw. In 1856 kwam een einde aan hun mooi zorgeloos leven, toen de regering besliste om alle gronden te gelde te maken en de gaucho's en Arauca indianen van de pampa's te verdrijven. De meeste gaucho’s verloren hierdoor hun werk en konden nergens anders terecht dan in de steden Buenos Aires en Montevideo.

Daar gingen ze in de wijken aan de rand van de stad wonen en hielden ze de traditie in ere om te drinken, messengevechten te houden, gitaar te spelen en te dansen. Anders dan vroeger waren ze nu niet langer cowboys van de pampa of avonturiers te paard, maar messentrekkers, charmeurs en schurken. Voorheen vrij en ongedwongen, nu gevangen in een onnatuurlijke omgeving, in verpauperde wijken aan de rand van de stad, ver weg uit het zicht van de hogere klassen.


Zwarten

In de eerste helft van de 19de eeuw maakten de zwarten een wezenlijk deel uit van de samenleving.
Ze waren vanaf 1750 naar Amerika en ook Uruguay en Argentinië gehaald om er als slaven zware arbeid te verrichten. De Indianen voldeden niet voor dat doel, omdat ze lichamelijk te zwak waren en weerstand boden omdat ze hun onafhankelijkheid wilden behouden. Dus moesten er elders werkkrachten gevonden worden. Ontelbaar veel slaven werden ontvoerd in Afrika en naar Latijns-Amerika gebracht om er het zware werk te doen. Men schat dat er zo’n 10 miljoen Afrikaanse slaven in Amerika voet aan wal zetten. Het aantal dat ontvoerd werd uit Afrika lag nog veel hoger, want ontelbaar velen overleefden de overtocht niet. Volgens bepaalde bronnen zouden zelfs maar 1 op de 6 Afrikanen de lange reis overleefd hebben.Montevideo en Buenos Aires waren belangrijke afzethavens voor slaven. Velen werden van daaruit overgebracht naar de mijnen in Bolivië, maar er bleven er ook hangen. 200 jaar geleden was ongeveer de helft van de Uruguayaanse bevolking en een derde van de Argentijnse populatie van Afrikaans afkomst.

De slavernij werd in Uruguay in 1846 en in Argentinië pas in 1853 afgeschaft. Er heerst twijfel over de invloed van de zwarten op de tango. Racisten willen doen geloven dat de negers helemaal geen invloed hadden op de tango, omdat ze met zo weinigen waren. Maar ze waren met velen. Voor de migranten naar Buenos Aires kwamen, was 1/3 van de bevolking zwart.

Ten tijde van Rosas ging het de negers in Argentinië voor de wind, maar mooie liedjes duren vaak niet lang. Want de Argentijnse liberalen die in de 2de helft van de 19de eeuw de plak zwaaiden over het land hadden het niet zo voor kleurlingen. Toen ze in 1852 de macht grepen, wilden ze zo snel mogelijk het land uitbouwen en deden ze oproepen om zo veel mogelijk blanke arbeidskrachten aan te trekken. 

Vele zwarten voelden zich geviseerd en verlieten het land, vooral ook toen bleek dat er onder de massa’s migranten die naar Argentinië kwamen ook heel wat racisten waren. De negers die bleven werden verplicht om te gaan vechten in het Argentijnse of Uruguayaanse leger tegen Paraguay (1865-1870). Ze werden er ingezet in de frontlinie, wat heel veel negers fataal werd. Wie overleefde kreeg het in 1871 weer hard te verduren, toen de gele koorts Buenos Aires teisterde en zo’n 14.000 slachtoffers maakte, waaronder voornamelijk negers. Deze gebeurtenissen verklaren waarom er nu nog zo weinig negers zijn in Argentinië. In Montevideo kregen ze ook rake klappen. 200 jaar geleden was meer dan de helft van de bevolking er van Afrikaanse afkomst. Nu zijn ze nog met zo’n 190.000 op een bevolkingsaantal van 3,2 miljoen. 

Maar of ze nu in de 2de helft van de 19de eeuw nog met velen over waren of niet, ze hadden wel degelijk een invloed. Zonder de Afrikanen had de tango waarschijnlijk nooit tango geheten (zie uitleg over oorsprong van het woord tango). De negers hielden van muziek en dansen. Het was hun enige troost. De kerk liet toe dat ze op katholieke feestdagen ook zelf feest vierden. De zwarten deden toen alsof ze God vereerden, maar aanbaden in werkelijkheid hun eigen goden. Bij die feesten hoorde ook muziek en dans. In Argentinië en Uruguay noemde men de wijken waar ze woonden Barrios de Tambor. Gedurende het grootste deel van het jaar dansten ze er “achter gesloten deuren”. Maar tijdens de karnavalperiode (24 december tot 6 januari) traden ze naar buiten en lieten ze van zich horen. Hun optochten trokken vele nieuwsgierige toeschouwers, die in de ban geraakten van de ritmische trommels, de mooie kostuums, de heftige dansbewegingen en de vlammende danschoreografieën. Tijdens de optochten kwam het vaak tot rellen, want de ene dansgroep wou niet onderdoen voor de andere. In 1879 liep het helemaal uit de hand en werd er fiks wat bloed vergoten. De autoriteiten besloten in te grijpen en het karnaval te verbieden. Een aantal zwarten lieten het niet aan hun hart komen en richten piringundines op, dansacademieën voor de lagere klassen.

Vele negers trokken weg en het karnaval dreigde verloren te gaan. Maar zo ver kwam het niet. Blanke en mulattenjongeren, hun gezicht en handen zwart gemaakt, namen het van hen over. En uiteindelijk kwamen vele negers toch terug. Vanaf ca. 1880 dansen ze mee met blanke en mulattenjongeren op de habanera, op bijzondere wijze: eigenzinnig, uitdagend, met verrassingen.

De zwarte bevolking in Argentinië kreeg in de 19de eeuw nog enkele serieuze klappen. Ze werd gedecimeerd door achtereenvolgens de gele koorts, interraciale huwelijken en het ten strijde trekken van vele zwarte soldaten in de verschillende oorlogen.

Tekstvak:  Zanger Juan Cáceres trok zich het trieste lot van de zwarten erg aan en maakte een aantal cd’s om erop te wijzen dat Afrikanen wel degelijk aanwezig waren in het 19de-eeuwse Argentinië en Uruguay en bovendien zelfs een essentiële rol speelden in het ontstaan van de tango. Cáceres wijst o.a. op het belang van de candombe voor de tango, op de eerste musici en dansers die van Afrikaanse herkomst waren. Volgens zijn beweringen bestond zelfs het eerste tango orkest (Murga Argentina) dat naar Parijs trok uit zwarten. Ziehier een van zijn liedjes:

 

Toca tango (2001) (Juan Cáceres)

¡Tocá tangó. Tocá tangó!
Dicen los negros con el tambor.
¡Tocá tangó.
Tocá tangó!
¡Mandinga viene, viva Xangó!

En Retiro los marcaban
pa’llevarlos al Potosí
y allí mismo iban quedando
con su mancha carmesí.
Por Córdoba y Tucumán
iban todos a sufrir
hacia el norte los llevaban
a las minas a morir.

¡Tocá tangó. Tocá tangó!
Dicen los negros con el tambor.
¡Tocá tangó. Tocá tangó!
¡Mandinga viene, viva Xangó!

En Buenos Aires se quedaban
pa’el servicio o a pedir
o en oficios denigrantes
iban muchos sin dormir.
Cuando fue la Revolución
a la guerra los mandaron
muchos de ellos regresaron
sin un brazo o sin razón.

¡Tocá tangó. Tocá tangó!
Dicen los negros con el tambor.
¡Tocá tangó.
Tocá tangó!
¡Mandinga viene, viva Xangó!

El negro tocaba el cuero
pa’olvidarse de sus penas
o reirse de su suerte
candombeando sin problemas.
El negro tuvo su gloria
cuando vino Juan Manuel
pero le duró muy poco
porque todo se fue con él.

Borocotó, borocotó,
chas, chas.

Speel tango. Speel tango!
Zeggen de negers met hun trommel.
Speel tango. Speel tango!
Mandinga komt, leve Xangó!

In Retiro werden ze gemerkt
om gebracht te worden naar Potosí
en daar gingen ze dan
met hun karmozijnrode streep.
Ze gingen allen langs Cordoba en Tucuman
om te lijden
en vandaar nam men hen noordwaarts
naar de mijnen om te sterven.

Speel tango. Speel tango!
Zeggen de negers met hun trommel.
Speel tango. Speel tango!
Mandinga komt, leve Xangó!

In Buenos Aires bleven er
om legerdienst te doen
of om vernederende werk te doen,
vaak zonder te slapen.
Toen de revolutie kwam,
werden ze naar de oorlog gestuurd
en kwamen velen terug
zonder arm of zonder verstand.


Speel tango. Speel tango!
Zeggen de negers met hun trommel.
Speel tango. Speel tango!
Mandinga komt, leve Xangó!

De neger speelde op het vel
om zijn leed te vergeten
of om te lachen met zijn geluk
door op de candombe te spelen.
De neger kende zijn moment van glorie
toen Juan Manuel kwam,
maar dat duurde niet lang,
omdat alles verdween toen hij er niet meer was.

Borocotó, borocotó,
chas, chas.

  

 

 
       
       
       
vorige